Beps projecten

DAGBLAD DE STENTOR

Stichting Koraal viert 12,5-jarig jubileum

Geplaatst op
02 maart 2007

KAMPEN – In Kampen woonachtige mensen die Schilder heten dragen een geestelijke hypotheek met zich mee. Lef kan Bep Schilder daarom niet ontzegd worden, toen ze er thuis openlijk voor uit kwam in iets anders te geloven.
“Klaas Schilder (verantwoordelijk voor de kerkscheuring in 1944, ps) was de broer van mijn opa. Mijn vader was hoogleraar Theologie. Ons gezin werd nog geportretteerd bij de IKON omdat de kerkscheuring ons verdeelde.”

Met die achtergrond en een van gereformeerde dogmatiek doordrenkte opvoeding was het vloeken in de kerk om in iets anders te geloven. “Ik ben spiritueel ingesteld. Van kinds af aan dacht ik al dat er meer moest zijn dan mijn ouders en de kerk mij voorhielden. Ik geloof niet in uitverkiezing, iedereen kan het licht zien! Ik ben universeel en zie overal iets goeds in. Ook geloof ik in contact met de geestenwereld.” Eenzaam voelde ze zich wel. “Ik had negen broers en zussen die er meestal anders over dachten. Ik was een typische kunstenaresje dat meewarig werd aangekeken.”

In Kampen heerste een beklemmend klimaat. “Ik was een gescheiden en alleenstaande feministe met dochter. Als je met z’n tweetjes een ijsje at op de stoep werd je daarop aangesproken. Ik verhuisde naar Groningen, daar was de spirituele beweging prominenter aanwezig.” Ze volgde er cursussen bij de vleet en wilde dit, opvallend genoeg, ook in Kampen van de grond tillen. Haar opvoeding speelde een grote rol in deze beslissing. “Mijn voorouders hebben Kampen veel zwaarte binnengebracht. Dat wilde ik met verlichting compenseren. ” Voor de zekerheid wilde ze zich ervan vergewissen dat het klimaat Kampen had veranderd. “Daarom nam ik een kijkje in de Oudestraat en keek naar de reacties van mensen als er een kunstenaar passeerde. Die werd niet nagestaard. Ook zag ik mensen op straat een pilsje drinken. De sfeer was, vooral onder invloed van de academies, veranderd.”

Met vijf geestverwanten richtte ze stichting Koraal op. “Mijn tweede geesteskindje. Het eerste was een vrouwenontmoetingscentrum, dat ik 28 jaar geleden begon. Dat ging later over in De Ruimte.”

De begintijd was moeizaam: lezingen en workshops over de ‘Nieuwe Tijd’ vonden nog weinig weerklank in de Kamper bevolking. “Het heeft zeker vier jaar geduurd voor we wat bezoekers kregen. De sociale controle was groot in Kampen en er was nog weinig over bekend. De mensen vonden het eng om naar ons te komen.”

Maar zowaar, steeds meer Kampenaren wagen zich anno 2007 aan zweefhutten, trommels en sjamanistische rituelen. “Het beste bewijs dat spiritualiteit breed leeft is de uitverkiezing van ‘Happinez’ tot tijdschrift van het jaar. Dit zal ook Kampen steeds meer gaan beroeren. Al zal het meest behoudende deel ons altijd raar aan blijven kijken.”